verhalenarchief

camperreizen

zondag 23 juli 2017

Canal du Midi.

Ecluse de Laurens is de laatste sluis, vanaf Toulouse gezien, voor het hoogste punt.
Deze keer hebben we eens een tochtje gemaakt langs het wereldberoemde Canal du Midi, een kanaal dat Toulouse verbindt met de Middellandse zee. Niet langs het hele kanaal, maar vanaf het hoogste punt bij Narouze vanwaar de boten beginnen af te zakken richting zee.
We hebben niet alle sluizen bekeken, want voor sommigen moesten we een heel eind over een volgens mij te smalle weg rijden om er te komen. Ook had ik geen zin om Castelnaudary en Carcassonne door te rijden. Het moest dus wel ontspannen blijven!

De hieronder getoonde foto's zijn niet allemaal in de juiste volgorde geplaatst, maar een kniesoor die daar op let.

Hier bij Narouze is dan dat hoogste punt. Hier wordt via een ingenieus systeem
het water in het kanaal op pijl gehouden. Het benodigde water, dat verloren gaat
bij ieder schip dat door de sluis vaart, wordt aangevuld met water dat vanuit de
Montagne Noir aangevoerd wordt 


Op dit hoogste punt, 189 meter boven de zeespiegel, wat meteen de waterscheiding is
tussen de Atlantisch oceaan en de Middellandse zee, is een obelisk geplaatst.
Dicht bij Narouze is in een dorpje genaamd Montferrand, een uitkijkpunt
vanwaar je mooi de omgeving kunt overzien.

Alwaar ook een kerkje staat dat  hermetisch is dichtgemetseld.
En deels is verbouwd tot woonhuis.

Bij één van de meren langs de Middellandse zee ontdekken we een witte laag.
Het is niet koud genoeg voor sneeuw, dus moet het haast wel zout zijn.
Sel de fleur, zoals het ook wel genoemd wordt.
Volgens zeggen is dat heel erg goed voor de huid, dus moet er pootje
gebaad worden. Helaas is de zoutlaag erg dun en de modderlaag
daar onder erg dik. 

In Narbonne plage is een camperplaats direct aan het strand. erg mooi.
Dat weten heel veel camperisten, want het stroomt er tegen de avond snel vol.
Het mooie is dat de plaatselijke bakker dat ook weet, want om 9 uur 's morgens
rijdt hij al toeterend rond om zijn broodnodige waar aan te prijzen.


Op vijf meter van de camper vinden we een mooi plekje om van strand en zee
te genieten. Wat willen we nog meer!


Zelfs ik vind het daar mooi. Zo mooi, een selfie waardig.


En plekje bij een van de vele wijnboeren die deelnemen aan France Passion,
een organisatie die overnachtingen bij de boer regelt voor campers.
Mooi systeem.


We zijn nog wel te vroeg voor de druivenpluk. Maar er is nog genoeg wijn over van
de voorgaande jaren, dus we hoeven niet uit te drogen.
De andere overnachting is bij een boer die zelf zijn tarwe tot pasta draait.
Ze laat ons hun bedrijf met grote trots zien en dat is terecht, want we hebben
zelden eerder zo'n schone en nette onderneming mogen aanschouwen.


Ook belangrijk is de rust die we bij dit soort boerenplekken vinden.
Warm weer en een mooi boek is alles wat we wensen.


Op de zelfde plek maar van de andere kant.


Hier toon ik de beide zakjes pasta die wij gekocht hebben om te proberen.
Helaas vonden we het niet echt bijzonder geslaagd.




Bruisend loopt een sluis vol water als er geschut moet worden.


Hier, met één enkel bootje verloopt alles rustig en kalm.
Dat is wel eens anders als er drie boten in de sluis geperst moeten worden.


Hoe vredig kan het zijn.


Een bijzonderheid van het kanaal is de plek waar het water door een tunnel moet.
Om een hoge heuvel te passeren is het kanaal versmald en is er een  doorgang geboord.


De boten moeten hier één voor één doorheen. Tegenliggers worden vermoedelijk niet
op prijs gesteld.

Voor de nieuwsgierige voetganger is er een paadje aangelegd.

Wij weten niet precies wat dit is: is het een bredevoorde of een lichtevoorde.
In ieder geval komen we niet met droge voeten door deze doorwaadbare plaats.


Dit plakkaat is te gedachtenis aan een Amerikaanse president en voormalig
ambassadeur in Frankrijk, bij de brug van de vrijheid.


En verder zomaar nog enkele plaatjes van mooie sluisjes.















dinsdag 30 mei 2017

Een ode aan de Aude.

Een kort reisje door de Aude met bezoek aan enkele min of meer mooie dorpjes.

Het dorpje Camon hoort bij de plus beaux villages van Frankrijk. We
hebben ze mooier gezien, maar hier hebben ze als bijzonderheid dat het dorp
vol klimrozen staat. En dat is dan wel weer mooi.



En sommigen van die rozen ruiken ook nog lekker.
Verder hebben we daar een rondwandeling gemaakt langs de
oevers van de rivier de Hers. 


Die rivier is ook de oorzaak dat er vlakbij een immens stuwmeer
kon worden gemaakt. Ook daar kan prima worden gewandeld,
al is een rondje om het hele meer toch wel te veel gevraagd.


De eerste overnachting is op de bij veel camperaars bekende
camperplaats bij het dorpje Espéraza, een dorpje aan de
rivier de Aude in het departement de Aude.
In dit dorpje kan een hoedenmuseum en een dinosaurus
museum bezocht worden. Wij hebben daar niet meer gedaan
dat een zonnehoed aanschaffen voor Diny.

Dichtbij ligt ook het wereldberoemde mysterieuze dorpje Rennes le Chateau.
Mysterieus vanwege een pastoor die ergens een schat gevonden zou hebben,
welk geheim hij helaas heeft mee genomen in zijn graf.
We kennen dit al van eerdere bezoeken maar omdat we toch in de buurt waren
zijn we toch maar weer eens naar boven gereden. Al was het alleen maar
voor het mooie uitzicht.
En natuurlijk in de hoop dat we het geheim kunnen oplossen.


Daarna volgt een rondrit door de Aude (het departement, niet de rivier) waar we voor de overnachting weer terecht komen bij een ons al bekende wijnboer. 
Na een uitgebreide proeverij heb ik daar enige  flessen uitmuntende wijn gekocht.

Bij zo'n proeverij wordt aangenomen dat je een slokje wijn neemt, dat met een deskundig gezicht gaat proeven en daarna weer uitspuugt.
Waarna je de rest van de wijn die nog in het glas zit, weggooit zodat het weer gevuld kan worden
met de volgende wijn die geproefd moet worden. 
En dat doe ik dus niet, daarvoor is dat kostelijke vocht niet gemaakt. Doorslikken, dus.

Waarna we mijn overtollige alcohol percentage er weer uitwandelen over de door die boer uitgezette natuurwandeling van enkele kilometers door de wildernis.

De rondrit gaat verder over smalle en eenzame wegen waar je (gelukkig) geen hond tegen komt. 
Sommige wegen zijn zo smal dat je daar met een camper weliswaar royaal doorheen komt, behalve als er tegenliggers zijn, dan heb je wel een probleem. 
Maar dat probleem doet zich zoals gewoonlijk niet voor, want kilometers lang zien we gelukkig niemand. En als we dan onverhoopt een auto tegenkomen, is het net op een plek waar het passeren goed lukt. 
De weggoden in de Aude waren ons gunstig gezind.



Uiteindelijk komen we aan in het laatste te bezoeken dorpje, Alet-les-Bains.
Bekend om zijn casino, helende baden en de ruïne van een voormalige kathedraal.
We bekijken alleen het laatste evenement.
En dat is wel een verademing moet ik zeggen. Oude kerken zijn altijd weerzinwekkend
bedompt door de wierook, deze is daarentegen erg goed geventileerd.
Zo zouden ze allemaal moeten zijn. 


Ter afsluiting voor de liefhebber nog meer vergane glorie, een oude maar evengoed in
slechte staat verkerende Peugeot 404.

donderdag 11 mei 2017

Viva Espanja

In Spanje liggen aan de zuidkant van de Pyreneeën diverse sierra's, uitgestrekte woest en ledige gebieden. En onbeschrijfelijk mooi om te zien.
Ik had gelezen van een dorpje Alquézar dat aan de rand van een diepe kloof moest liggen waarlangs en waardoor een voetpad loopt. En dat wilden we zien.

Op een zaterdagmorgen naar Andorra rijden terwijl er halverwege
een verkeerslicht het verkeer ophoudt, geeft erg veel vertraging. 
We gingen noodgedwongen in de file stapvoets naar boven.
Aan de Spaanse grens moesten we zelfs nog een echte controle
ondergaan door een overijverige douanemannetje. We moesten
zeker drie kastjes openen zodat hij die kon onderzoeken op
contrabande. Het beetje dat we gekocht hadden in Andorra
mocht evenwel zonder meer Spanje in

In Rialp waar we de eerste nacht verbleven, waren de grote schaduwgevende
bomen, waar we de vorige keer onder hebben gestaan, verdwenen.
Een echte kaalslag.


Een blik op de al bijna sneeuwloze bergen.


Een ons reeds bekende parkeerplaats op de Figols de Tremp. Vaak zie
je daar tientallen gieren rondzweven. Nu maar 5.


Op die col werden we door een paar motorrijders gewezen op een
prachtig wandelgebied aan de voet van de col linksaf.
Toen wij na een ritje van 5 kilometer over een smalle weg daar
aankwamen, bleek tot onze verbazing en ontzetting dat daar absoluut
geen campers mochten parkeren. Nog op de betaalde plek, nog aan de kant
van de weg. De duvel mocht weten waarom niet!
Wegwezen dus!
Uitzicht vanaf de overnachtingsplek over het dorp Alquézar.
Volgens de dame van het VVV was overnachten met een camper
daar ten strengste verboden, maar ze voegde daar glimlachend aan toe
dat iedereen dat wel evengoed wel deed. Wij dus ook.



Nog ééntje omdat het mooi is.



Tijdens een wandelingetje kom je de gekste dingen tegen.
Dit zou dus zo maar een Dinyopslagplaats kunnen zijn.

De wandeling door de kloof begint heel rustgevend met een mooi
bejaardenvriendelijk voetpad. Mooi man!

Dat fijne makkelijke pad veranderd weldra in een slingerend paadje met veel
voetangels en klemmen, zogezegd. Trappetje op, trappetje af, en dat
regelmatig afgewisseld met een pad van rolstenen met afstapjes
van soms wel een halve meter hoog.



Beneden bij de rivier aangekomen is er een soortement van voetpad
tegen de rotsen aan gespijkerd.  Een in elkaar geknutseld geheel van ijzeren
roosters, bijeengehouden door paaltjes en staalkabels


Een beetje moedig mens doorstaat deze horrortocht evenwel
vrolijk lachend en opgewekt.
Voor een hond is het ook even doorbijten.
De ijzeren roosters zijn niet erg fijn voor blote voeten. Zeker
niet omdat er ook nog scherpe punten aanzitten die uitglijers
moeten voorkomen.
Maar Anka heeft het dapper doorstaan.


Het lijkt er hier nog niet op, maar het laatste stuk van de route is uitstekend
beloopbaar. Bijna prima geschikt voor rolstoel gebruikers.
Maar ja, hoe komen die daar?



In een volgend dorpje, Rodellar, alweer aan het eind van een
lange doodlopende weg, lijkt een heleboel verboden te zijn.
Toch schijnt het een eldorado te zijn voor wandelaars en bergklimmers.
Ook zijn er mensen die het leuk vinden om daar te fietsen!



Na al deze vermoeienissen is het goed rusten aan de oever van een snelle vliet.


Met als ultiem genot het zuur verdiende biertje op een terrasje.



aantal bezoekers