Deze keer gaan we naar de beroemde kloof bij Verdon. Deze kloof wordt wel de verkleinde uitgave van de Grand Canyon in Amerika genoemd. Als je de folders leest moet ook dit geweldig mooi zijn. Wij zijn benieuwd.
De heenreis naar de gorges du Verdon is helemaal gepland door de routeplanner van de computer. Dit blijkt, op een paar kleine foutjes na, precies te kloppen. Ook zijn er enkele mooie wegen die ik zelf vermoedelijk niet gevonden zou hebben. Dus dat is voor herhaling vatbaar.
We vertrekken op zaterdag 29 juni 2002. De route gaat via Cintegabelle, Villefranche, Revel naar Mazamet, hierna is het een al vaker gereden route N112 naar Saint-Pons. Dan de D908 naar Bédarieux en Clermont. Daarna leidt de route over smalle onbekende wegen via Quissac, Uzés naar Remoulens.
Onderweg zien we de bloeiende lavendelvelden waar de Provence zo beroemd om is. Het is inderdaad een mooi gezicht, die lange rijen lavendelblauwe bloemen. Bij kraampjes langs de weg kun je de lavendelproducten kopen. Flesjes lavendelolie, lavendelzeep, lavendelhoning en nog veel meer. We stoppen even om een verkoopster wat klandizie te gunnen en kopen een paar flesjes lavendelolie. Dat ruikt ook nog lekker.
In Remoulens vinden we een overnachtingplaats die ook is aangegeven op een internetsite voor camperrijders. Het is op een rustige parkeerplaats bij de brug over de Gard, waarvan een deel is gereserveerd voor campers. We staan er 's nachts met drie campers, waarvan er 1 gevuld is met 2 Nederlandse dames en 2 bijpassende hondjes.
De volgende morgen ondernemen we een wandeling naar een eeuwenoude en heel beroemde Romeinse brug Le Pont du Gard.
Dit geweldige bouwwerk uit de Romeinse tijd staat ingeschreven onder het wereldlijke humanistische erfgoed sinds 1985. De Pont du Gard is door de Romeinen gebouwd tussen de jaren 40 en 60 .
Deze brug bestaat uit drie verdiepingen, bovenlangs heeft ooit het drinkwater voor de stad Nîmes gestroomd. Dat deel maakte uit van een uitgebreid en kunstig waterleidingsysteem.
Enige wetenswaardigheden:
Hoogte : 48.77m, Lengte : 275m. De brug telt 52 bogen ; 6 voor het onderste deel, 11voor het middendeel en 35 bogen voor het bovenste deel. Het werd gebouwd in kalksteen, afkomstig van de steengroeven van Vers.
2000 jaar geleden gebouwd onder Keizer Claude , is de Pont du Gard een schitterend bouwkundig monument. Het aquaduct transporteerde ongeveer 20.000m3 water per dag, waardoor Nîmes constant van water werd voorzien. Vanaf de 4e eeuw werd her aquaduct vrijwel niet meer onderhouden met als gevolg dat in de 9e eeuw de kalkaanslag in het aquaduct de watertoevoer volledig stillegde. Een groot deel van de kalkstenen werd vervolgens in gebruik genomen door de bevolking voor persoonlijk gebruik.
Het is een toeristische trekpleister van jewelste die veel bezoekers trekt en daarom zijn aan beide uiteinden grote en vooral dure parkeerplaatsen aangelegd om deze bezoekersstroom op te kunnen vangen. Vandaar onze voettocht! Wi’j bunt zunig.
Het is inderdaad de moeite van het bezoeken waard. Het is een knap stuk Romeinse bouwkunst dat na zoveel eeuwen nog fier overeind staat. Ze konden er wat van, die Romeinen.
De terugtocht is vervelender, het veronderstelde voetpad langs de oever van de rivier blijkt er niet te zijn, zodat we langs de te drukke weg weer naar de camper terug lopen.
We trekken verder naar Avignon. Dit blijkt ook een grote oude vestingstad te zijn met nog intact zijnde verdedigingsmuren. Dit kun je niet zeggen van de beroemde pont d’Avignon, die is bepaald niet meer intact. De helft is ooit verdwenen. Waarom die nou zo beroemd is? Alleen door het versje.
Avignon is een stad in het zuiden van Frankrijk, in het departement Vaucluse. Avignon telt 85.935 inwoners (1999), die Avignonnais worden genoemd .Avignon heeft de bijnamen "Babylon aan de Rhône", en "Provençaalse pausenstad".Het historische centrum is omgeven door een hoge stadsmuur van 4,2 kilometer lang met zeven poorten. Het centrum staat sinds 1995 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Vanaf Avignon is het nog zo'n 130 kilometer naar Moustiers-Sainte-Marie, het eindpunt van de routebeschrijving. Vanaf hier mogen we het weer zelf uitzoeken.
Volgens de kaart is er een route uit te zetten rondom de Grand Canyon du Verdon. We beginnen via de gele zuidelijke bergweg. Die stijgt al vlug tot grote hoogten en slingert zich boven langs de rand van de kloof naar het oosten. Het is een mooie bergweg die echter helaas maar weinig gelegenheid geeft om te parkeren en een blik op de kloof te werpen. We rijden de weg helemaal uit en aan het einde gaan we linksaf en komen langs een bergdorpje genaamd Trigance.
Hier is tot onze verrassing een parkeerplaats met campervoorzieningen. Helaas is de parkeerplaats niet vlak, toch maar eens wielblokken aanschaffen. Daar kun je met twee wielen oprijden zodat de auto wat vlakker komt te staan.
Er staat al 1 andere camper die desgevraagd vertelt dat ook hij blijft overnachten. Volgens een bordje zijn de kosten voor het overnachten en het gebruik van de voorzieningen € 5,00, te incasseren door een zich legitimerende beambte. We hebben hem niet gezien!
Het uitzicht uit de camper is formidabel, er ontbreekt alleen nog maar de volle maan.
De volgende morgen gaan we eerst ons afvalwater lozen en water tanken en we staan even voor een gesloten bakkerswinkel. Daarna maar weer eens hongerig verder.
De weg aan de noordkant van de kloof is aantrekkelijker omdat er veel parkeermogelijkheden zijn waardoor je op mooie plekken de kloof kunt bewonderen. Halverwege is een zijweg, route de Crêtes genaamd, die een prachtige rondrit met mooie uitzichten biedt langs de rand van de kloof.
Teruggekomen op de doorgaande route bij het dorpje la Palud gaan we weer terug naar het oosten. Bij "Point Sublime" gaat een smal wegje naar beneden de kloof in. Aan het doodlopende einde van de weg gaan we te voet een paadje af en lopen naar de rivier. Van hieruit kun je via het langeafstandswandelpad, de GR 4, verder door de kloof lopen, er zijn speciaal donkere tunnels voor uitgehakt in de rotsen. Van onderen gezien zijn de kloofwanden reusachtig hoog.
In het water zijn kanovaarders actief.
We vertrekken van de gorges du Verdon en gaan via diverse met groen aangegeven mooie slingerwegen naar het zuiden en komen bij Fréjus aan de Middellandse zeekust terecht. We kijken daar uit naar een (niet te vinden) camperplaats bij de plezierhaven. We gaan tanken en eten op de parkeerplaats bij het winkelcentrum. Hier is plaats, het is vlak en dat is bij het koken toch wel makkelijk.
De volgende route langs de kust richting St. Maxime is een drukke kustweg waar geen enkele geschikte parkeerplaats is te vinden. Voorbij St.Maxime komen we een onafgebroken file tegen die we volgen tot bij St. Tropez. De vakantiemeute verlaat ’s avonds massaal St. Tropez. Wij slaan echter rechtsaf richting stranden om een overnachtingplaats te vinden.
Bij het strand le bonne Terrasse is een speciale camperplaats, die al grotendeels bezet is door vele campers. Als we het terrein oprijden zitten alle campingcaristen voor hun rijdend kasteel en kijken of ze zeggen willen: wat moet je hier. Het lijkt niet aantrekkelijk om daar tussen te gaan staan.
We zoeken verder en komen bij plage de l'Escargo, wat een vakantiedorp met een haventje lijkt te zijn. Links en rechts van het kruispunt zijn parkeerplaatsen, bij het vlakke linkerdeel staat een verbodsbord voor campers en rechts mag je wel staan maar is het eigenlijk te schuin. (blokken kopen!)
Wij blijven daar toch, in gezelschap van een Duitser die zich al gewoontegetrouw een eigen tuintje ingericht en een eigen territorium afgebakend heeft en een groot Pools gezin dat al voetballend de hele straat in beslag neemt. Het strandje is klein, rotsig en overspoeld met wier. Volgens een informatiebord geeft dat laatste aan dat het water gezond is, maar volgens mij heeft de badgast toch eerder een voorkeur voor schone zandstranden.
We ontdekken een prachtig rotspad dat langs de kust loopt en dat volgen we een eindweegs.
De volgende morgen gaan we weer op weg om St. Tropez te bekijken, het is wereldberoemd nietwaar? Alleen al door zijn gendarmecorps. Direct na de afslag richting het dorp komen we in net zo’n lange file als de vorige avond, die echter nu St. Tropez weer intrekt.
Er valt dus vermoedelijk wat te zien of te beleven. Maar aangezien ik allergies ben voor files slaan wij toch maar snel 2 keer linksaf en komen dus weer op de weg terug het dorp uit. In een dorp dat zo vol met auto's loopt is moeilijk parkeer ruimte te vinden voor een camper. We bekijken de bezienswaardigheden wel op internet! (Ik heb daar gelezen dat er jaarlijks wel 5 miljoen bezoekers komen).
Na St. Tropez leidt de kustweg naar Lavendou, daarna gaan we het binnenland in richting la st.Baume.
Daar bij het klooster staan we een hele poos op de grote lege parkeerplaats en maken een wandeling door de bossen.
Dit oord heeft zijn plaats verdiend in de geschiedenis dankzij de Heilige Maria Magdalena. Haar graf werd hier gevonden in 1279. De basiliek werd aan haar opgedragen en in de crypte worden haar relikwieën bewaard. De basiliek vormt samen met het koninklijk klooster het mooiste gotisch ensemble van het zuidoosten van Frankrijk.
Vandaar onder Aix en Provence langs richting Tarascon. Onderweg proberen we bij Fontvieille het afvalwater te lozen. Helaas is de toegang tot de putjes geblokkeerd door geparkeerde auto's. Een verbodsbord zou hier op z'n plaats zijn.
Bij Tarascon gaan we de Rhônebrug over en rijden langs de Rhône richting zuiden. Omdat die rivier veiligheidshalve helemaal bedijkt is, zien we nergens water stromen. We rijden door tot Salin du Girauld met zijn door ons al eerder bekeken zoutvelden, en gaan via de Camargue naar Ste Maries de la Méres.
Op de parkeerplaats langs de dijk mogen de campers tegen betaling van 5 Euro overnachten en gebruik maken van de loosvoorzieningen. Om negen uur verdwijnt de bewaker/kassier, sluit de loosmogelijkheid en blijft de slagboom open. Dan kun je dus tot de volgende morgen 9 uur gratis overnachten. Om die tijd komt de kassier weer langs om het kaartje voor die dag te verkopen. Wil je dat niet, dan direct wegwezen!
De laatste dag gaan we via Sête, Berziers, Narbonne en Carcassonne terug naar huis.
We hebben weer een prachtig stuk Frankrijk gezien.