verhalenarchief

zondag 1 juni 2008

Muziekfestival. Sepember 2005

Op de terugweg naar het warme zuiden zijn we gewoontegetrouw weer bij Marcel en Sylvie aangegaan, ook al om deze dag hun alweer 5-jarige huwelijksfeest mee te vieren. Waar blijft de tijd nietwaar? 's Avonds nuttigen we samen met Jaqueline, de moeder van Sylvie die ook verschenen is voor dit heugelijke feit, het smakelijke huwelijksfeestdiner. Uiteraard werd dit voorafgegaan door een feestdronk, waarvoor een fles heerlijke champagne en 1 van onze meegebrachte flessen pruneaux werd opengetrokken.

We zijn deze keer maar 1 avond gebleven, want Marcel en Sylvie waren zaterdagmorgen al vroeg vertrokken. Marcel moest die middag optreden met zijn groep Carnabeau op een middeleeuws festival in een stad genaamd Château-Thierry.
Wij hadden hem nog niet met deze groep horen en zien optreden, dus gingen wij in de loop van de dag ook diezelfde richting op en troffen hen weer op het terrein van een oude middeleeuwse burcht. Er was van alles te doen.

Riddergevechten te paard, een indrukwekkend staaltje hogeschoolpaardendressuur, een demonstratie met middeleeuwse wapens en wat al niet meer. Het geknal met dat buskruit maakte zoveel lawaai dat Filou, die nooit bang was voor geweerschoten van de jagers, nu finaal bedorven is.
Onze oren tuitten van de harde knallen. Wij vonden het onverantwoord om het publiek daarmee de oren te verpesten.

Toen die ellende achter de rug was konden Marcel en consorten eindelijk beginnen met hun optreden.
Philip, een van de groepsleden, vertelde een Ardenner legende dat op een spannende manier omlijst
werd met doedelzak, draailier, fluit en trommelmuziek.
Het is erg leuk om dit eens mee te maken, dan weten we tenminste waar ze mee bezig zijn.

Nadat het optreden om een uur of zeven is afgelopen zoeken we weer snel de camper op, want we willen die avond nog een eind rijden om dan de volgende dag in één keer naar huis te kunnen. Het is al tegen tienen, als we eindelijk in het donker een parkeerplaats vinden bij een klein dorpje. Hond uitlaten, borrel drinken en naar bed.

Zondagmorgen vroeg weer op en dat snel naar huis. Later zal blijken dat ik onderweg een bekeuring wegens te hard rijden heb opgelopen. En dat nog wel met de camper.
Een zondagmorgen in een Frans dorpje heeft iets vredigs over zich. Bij een bakker waar we stoppen om een stokbrood te halen, zien we een meneer in ochtendjas en op pantoffels en een mevrouw in haar nachtjapon met een vestje erover, gemoedelijk naar diezelfde bakker sloffen om hun verse croissantjes te halen. De gejaagde wereld is even heel ver weg. De jagende wereld echter niet. De vrede wordt buiten de dorpen verstoord door grote groepen jagers die het overdadig aanwezige wild willen verschalken. Dat er in die streek veel wild zit kunnen we zien aan de vele reeën, hazen en fazanten in het veld langs de weg. Zo heeft iedereen zijn eigen zondagmorgen bezigheid.

aantal bezoekers