Zondagmorgen gaan we toch maar weer verder. De Spaanse douane wil, zoals gewoonlijk even een blik werpen in de camper en vraagt of we drank en sigaretten bij ons hebben. Hij gelooft me onmiddellijk als ik zeg dat dit niet het geval is, en we kunnen door rijden.
In Spanje ontdekken we direct de nationale zondagse volksbezigheid, honderden mensen zien we die dag door de bergen zwerven op zoek naar eetbare paddestoelen. En vele tientallen zitten aan de kant van de weg in geïmproviseerde kraampjes en proberen hun oogst aan de man te brengen.
Wij kopen niet, ze zullen er wel verstand van hebben, maar wij vertrouwen die "paddo's" nog steeds niet.
We rijden zoals gewoonlijk over de meest smalle weggetjes en door de meest afgelegen streken. Het land is heel dun bevolkt en weinig in cultuur gebracht. De natuur overheerst, maar of het ook nog oernatuur is betwijfel ik.
Ik had als eindbestemming voor die zondag het dorpje Graus ingesteld. Daar is volgens collega camperisten een overnachtingplaats voor campers. Maar als we daar aankomen is het nog vroeg, dus rijden we verder naar een andere aanbevolen plek.
De routeplanner leidt ons weer over een klein smal weggetje die op mijn kaart zelfs nauwelijks staat aangegeven. Dat krijg je als je "kortste route" instelt. Dan krijg je ook echt de kortste route met alle risico's van dien. Maar het is prachtig om daar door te rijden.
We passeren plotseling een weiland met picknickbanken en inlichtingsborden en ik stop daarom om even te kijken wat er op staat. Het blijkt een startpunt te zijn voor enkele rondwandelingen met informatie over de natuur.
Ik stel voor om daar maar te blijven staan voor de nacht. Aan de andere kant van de weg is op een paar honderd meter afstand een dorpje met een 10-tal huizen. Dus erg eenzaam staan we daar ook weer niet. Diny is het daar mee eens en dus installeren we ons daar.
Een nieuwsgierige Spanjaard maakt met zijn auto en een aanhanger vol jachthonden even een rondje over het terrein. Misschien om te kijken wat voor buitenlandse snoeshanen daar zijn neergestreken. Of misschien is het wel de burgemeester die zich verantwoordelijk voelt voor de veiligheid van zijn dorpje, of misschien is het wel een jager die zich gewoon om wil draaien. We zullen het nooit weten.
Later komt er ook nog een oudere Spanjaard aansloffen die verlegen is om een praatje. Ondanks dat wij elkaar totaal niet begrijpen geeft hij veel tekst en uitleg over al het moois in de omgeving. Hij loopt zelfs nog speciaal even naar huis om zijn leesbril te halen want hij wil op mijn kaart kijken en plaatsen aanwijzen.
Om me te verlossen geeft Diny aan dat het eten klaar is en ik groet hem met de bekende Spaanse groet "hasta la vista".
En warempel, hij gaat weg.