verhalenarchief

dinsdag 21 oktober 2008

Spaanse Pyreneeën. 4

Dat klooster, Santa Cruz de la Seros, (wat klinkt dat Spaans toch mooi) ligt verscholen op de top van een berg aan het eind van een lange kronkelige weg. Het schijnt een geliefd oord te zijn want we komen verscheidene bussen tegen die vandaar vertrekken.

Als wij boven komen zijn de meeste bezoekers al weer weg en we vinden de parkeerplaats grotendeels verlaten.
Het klooster blijkt een groot nieuw gebouw te zijn dat vermoedelijk niet echt meer als zodanig in gebruik is. Zolang we daar zijn horen we geen enkel klokje klingelen. En monniken of paters worden in kloosters toch regelmatig opgeroepen om zich weer eens naar de kerk te begeven. Hier dus niet.

De auto kunnen we kwijt op een plekje in het bos. Als ik even rondloop om de omgeving te verkennen zie ik aan de andere kant van het bos nog een camper staan. Ik zie later op de avond dat die zich bij ons gevoegd heeft en een paar plekken verderop is gaan staan, blijkbaar geeft dat een veiliger gevoel, met meerderen bij elkaar.

We worden al weer bijtijds gewekt, niet door liefelijke klokken maar door het geluid van brullende motorzagen. Er moet nodig gesnoeid en gezaagd worden, net nu wij er zijn.

Wij maken weer de nodige dagelijkse wandeling door de omgeving en dalen af naar de plek waar het oude klooster staat. Een gebouw aan de kant van de toegangsweg, gebouwd onder een grote overhangende rots. Of het verlaten is vanwege het gevaar van die rots of vanwege het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden, dat weten wij niet. In elk geval staat het nu leeg.

Diny moet er even binnenin kijken en ik wacht geduldig samen met Filou. Hij mag er niet in en ik hoef er niet in en dat komt dan goed uit.

aantal bezoekers