Het wordt misschien eentonig, maar het vervolg van die tocht gaat weer door overweldigend mooi natuur. Het wordt zo langzamerhand tijd om richting Frankrijk te trekken. Dus zoek ik op de kaart een mooie grensovergang. Die grens tussen Spanje en Frankrijk is getrokken over de toppen van de hoogste bergen. Dus is een grensovergang vaak ook op een hoge bergpas.
We bereiken de hoofdweg die naar de grens leidt via een klein zijweggetje.
Hiervoor moeten we nog enkele wegblokkades overwinnen.
Eerst stuiten we op een kudde koeien die meent alle rechten te hebben op de asfaltweg en daarna blokkeert een kudde paarden ons de doorgang.
Gelukkig zijn een 2-tal honden zo vriendelijk de paarden luid blaffend de berm in te drijven zodat wij schadeloos weer verder kunnen.
Na al deze spannende belevenissen rijden we over de steile, kronkelend weg naar boven. Maar we komen niet ver, de weg is geblokkeerd. Een groep arbeiders is bezig met onduidelijke wegwerkzaamheden. Een 1 woord engels sprekende Spaanse wegwerker werkt ons weg door dat ene woordje uit te spreken: close. We begrijpen hieruit dat we niet verder kunnen en hoelang dat gaat duren, daar komen we niet uit.
Ik probeer er nog wel achter te komen waarom dat niet al veel eerder is aangegeven, maar hij vind dat alles goed geregeld is.
Wanneer we terugrijden naar het eerstvolgende dorp zien we dat daar een groot bord staat met de mededeling dat de weg dicht zit. Vanuit zijwegjes komende auto's, daar kunnen ze geen rekening mee houden.
In dat dorpje zie ik op de kaart dat er nog een weg over de bergen naar Frankrijk leidt. Dat valt mee, ik had verwacht dat ik heel veel kilometers om moest rijden.
Port de Larrau. Ook een heel mooie en steile weg naar boven. Rustig aan in de tweede versnelling stijgen we langzaam en hebben de tijd om rustig ook nog rond te kijken.
De grensovergang op het hoogste punt is niet te zien, ongemerkt rijden we Frankrijk in.