Hierboven een typische streekgebonden en gerestaureerde korenmolen die nog steeds, of alweer, in bedrijf is. Helaas was hij gesloten zodat ik geen kijkje in het inwendige heb kunnen nemen.
Aan het einde van een 6 kilometer lange eenzame weg door de binnenlanden van de Corbiére ligt een dorpje dat lang geleden verlaten is door de originele bewoners. Vermoedelijk omdat ze 6 kilometer door de binnenlanden van de Corbiére moesten afleggen om in een beetje bewoonde wereld te kunnen komen. En te voet of met een muildier is een stuk minder comfortabel als met een camper.
Maar die afstand weerhoudt er een groep enthousiastelingen niet van om met vereende krachten de ruïnes weer van de grond af op te bouwen. Een tiental mensen zijn daar de hele zomer bezig om de stenen van de ingestorte muren weer netjes op elkaar te stapelen.
Eigenlijk zou mij dat ook wel wat lijken om daar zo'n hele zomer een beetje te gaan wroeten. Het zal er wel niet van komen!
En dan richtig Middellandse zee. Van grote afstand kun je de zee reeds zien liggen. Een diep blauw water onder een strakblauwe lucht. Heel erg mooi om te zien, maar niet om er te zijn. Een hevige, bijna stormachtige wind zorgde er voor dat een verblijf op het strand beperkt bleef tot de tijd die een foto nodig heeft om genomen te worden. De blote benen werden letterlijk gezandstraald. De nacht er voor stonden we bij een wijnboer op het erf en ook toen al waaide het zo hard dat ik het op een gegeven moment midden in de nacht nodig vond om de camper op een meer luwe plek te parkeren. We hadden nog geen oog dicht gedaan vanwege het schudden van de auto. Het is soms afzien, zo'n vakantie.
De volgende avond stonden we weer bij een andere wijnboer voor de overnachting en daar was het gelukkig weer heel rustig weer. Zo rustig zelfs dat we de fiets konden pakken om naar dat strand te fietsen. En op de terugweg konden we meteen een stukje over het fietspad langs het canal du Midi fietsen. Een fietspad die zou moeten leiden van de kust tot in Toulouse. Helaas zijn de ervaringen van broer Jan op dat fietspad niet zo heel goed, op sommige stukken is het pad erg slecht als ik hem geloven mag. En dat doe ik natuurlijk.
En dan vinden we bij Berziers in dat zelfde canal du Midi een wonder van historisch vernuft. De negen in 1697 gebouwde sluizen van
Fonséranes zijn een sensationele bezienswaardigheid. Over een afstand
van 300 meter overbrugt het kanaal een hoogteverschil van 21,5 meter. Ze konden er wat van, vroeger. En wat ook altijd mooi is om te zien is het geschutter van sommige (vele) bootjeskapiteins om het bootje heelhuids de sluizen in-en uit te varen. Daar kun je uren naar kijken, ook naar de ontvlammende echtelijke ruzies die je voor je ogen ziet ontstaan.
En verder hebben we nog heel veel mooie plekjes gezien. En over weggetjes gereden waar je je bijna alleen op de wereld waant en waarvan je je af vraagt waarom die weggetjes ooit zijn aangelegd terwijl er niemand gebruik van maakt. Of het zou speciaal voor ons moeten zijn geweest.
En bij die wijnboeren kun je soms toch wel erg lekkere wijnen proeven en kopen, niet te vergeten. Ook dat is een tochtje door de Corbiére en ook de Minervestreek wel waard.
Maar na vier dagen moesten we weer op huis aan omdat ik geen oppas voor de kipjes had geregeld en die toch beslist niet zonder voer mogen komen te zitten. Maar als je terug kijkt lijken 4 dagen ook al een heel lange tijd. Dus alles is ook hierbij maar betrekkelijk.